ROTTERDAM – De lange carriere van bokser Bep van Klaveren (48) zit er dan toch op. Maar het afscheid had iets van een anticlimax, want in zijn laatste wedstrijd tegen de Duitse Handke, moest Van Klaveren opgeven met een oogwond. 

De Ahoy’-hal was goedgevuld om de Olympisch kampioen van 1928 nog één keer in actie te zien. 

“Het was geen sprankelend gevecht. Daar was de sfeer ook niet naar. Er hing iets van de weemoed over Beps laatste wedstrijd in de Ahoy’-hal”

(Het Vrije Volk, 20-03-1956)

In de vierde ronde kreeg Van Klaveren een kopstoot, die duidelijk zichtbaar was volgens de krant, maar niet werd gezien door de scheidsrechter. Niet lang daarna moest Van Klaveren opgeven. 

Na de pauze werd Van Klaveren gehuldigd. 

De Olympisch Kampioen van 1928 had zijn afscheid meerdere keren uitgesteld. Dat liet de voorzitter van de boksbond, Van der Braak, ook doorschemeren in zijn afscheidsrede.

“Maar één verzoek heb ik aan je. Kom nou niet meer bij ons om nóg een wedstrijd. We zouden het je moeten weigeren. Wij willen een eervolle herinnering houden aan de grootste bokser die Nederland ooit heeft gekend: Bep van Klaveren” 

(voorzitter Van der Braak, boksbond, Het Vrije Volk, 20-03-1956)

Alle cadeaus en mooie woorden raakten de grofgebekte Rotterdammer dusdanig, dat hij zeer emotioneel werd. Tranen liepen over zijn wangen, als we de kranten moeten geloven. Theo Huizenaar, die jarenlang Van Klaveren begeleidde, moest uiteindelijk maar het woord voeren.

“We hebben vaak gestreden Bep. We hebben in ons leven zoveel moeilijkheden overwonnen, dat ik nooit had kunnen dromen dat mij dit zo zwaar zou vallen. Hier staat voor u een man, die zijn leven aan de bokssport heeft gegeven. Hij kon alleen maar boksen, hij had geen tijd om mens te zijn.”


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *