DORDRECHT – Door een overstroming van ongekende omvang staat een groot deel van de graafschappen Holland en Zeeland onder water. Vooral de omgeving van Dordrecht is zwaar getroffen. Duizenden mensen zouden verdronken zijn.

De overstroming is veroorzaakt door een zware noordwesterstorm. Daarnaast stond het water al heel hoog in de rivieren door de vele regenval van de afgelopen tijd. Die combinatie was teveel voor de zeedijk bij de dorpen Broek en Wieldrecht. Het zoute zeewater stroomde het gebied binnen.

Toen bij Werkendam het water aan beide kanten van de dijk stond, begaf ook die dijk het. Zodoende is al het water van de Merwede, bij Werkendam, naar het laagste punt gestroomd: de Groote Waard.

Rampgebied

Vrijwel de hele Groote Waard staat onder water. Dat komt neer op een gebied van 42.000 hectare, ongeveer 400 vierkante kilometer. In het gebied liggen zo’n 72 dorpen en gehuchten,. De meeste staan onder water, ook al is dat op sommige plaatsen maar een kleine laag.

Maar bij andere dorpen, steekt alleen de kerktoren nog boven het water uit. De stroming van het water heeft de houten huizen weggespoeld. De verwachting is dat hier de meeste slachtoffers zijn gevallen.

De Groote Waard, ooit een belangrijk agrarisch gebied, oogt als een binnenzee. Onder de getroffen dorpen zijn plaatsjes als Houwingen, Sliedrecht, Tolloijsen, Almsvoet, Twintighoeven en Dubbelmonde.

Dorpelingen die op tijd weg konden komen zijn opgevangen in Dordrecht. Met alle bezittingen die ze hebben kunnen meenemen, komen ze bij de stadspoorten aan. Daar worden ze onder meer in het Onze Lieve Vrouwenhuis opgevangen en bij het klooster Sacramentshuis aan de Visstraat.

(Dit artikel gaat verder onder deze advertentie)



Vaker getroffen

Het is niet de eerste vloed die de Groote Waard treft. Al in de twaalfde eeuw was er een dijkdoorbraak. Ook in de jaren ’70 van de vorige eeuw zijn meerdere rivierdijken bezweken onder de druk van het water.

De grootste en bekendste doorbraak was in 1404, toen ook op de naamdag van Sint Elisabeth in november. Daarom wordt door sommigen deze nieuwe overstroming ook wel de Tweede Elisabethsvloed genoemd.

Oorzaak

De vraag blijft hoe het heeft kunnen gebeuren dat er zoveel dijken zijn doorgebroken. Mogelijk heeft dat te maken met de verwaarlozing van het dijkonderhoud. De afgelopen decennia ging er veel geld naar de bekostiging van de machtsstrijd in Holland tussen de Hoeken en Kabeljauwen.

De strijd was vooral hevig geweest in de Groote Waard, waar Dordrecht drie jaar lang is belegerd door de Hoeken. Vorig jaar gebeurde dat met Geertruidenberg, toen door de Kabeljauwen.  Door de overstroming zijn beide partijen nu wel van elkaar gescheiden.

Een andere oorzaak is de turfwinning in het gebied. Turfstekers uit Dordrecht graven het veen op, tot net onder de dijken. Dat verzwakt de kracht van de dijken. Het steken van turf in de buurt van dijken is verboden, maar het gebeurt toch.

Gevolgen

De gevolgen voor het gebied zijn enorm. Niet alleen omdat mensen en dieren hun leven zijn verloren, de Groote Waard is ook de graanschuur van Holland. Doordat het zoute water de polder in kan binnenstromen, is de grond voorlopig voor akkerbouw niet geschikt.

Ook wordt het een hele klus om alle dijken te repareren en in de toekomst een overstroming van dit kaliber te voorkomen. Het water stroomt nog steeds dwars door de polder. De verwachting is dat de herstelwerkzaamheden zo snel mogelijk beginnen, als het water weer is weggetrokken.

Voor de rol van Dordrecht als handelsstad zijn de gevolgen nog niet te overzien. De stad heeft stapelrecht en handelaren zijn verplicht hun spullen eerst uit te laden in Dordrecht. Die handelspositie zorgt ervoor dat Dordt een van de belangrijkste steden van Holland is.

Mocht de overstroming ervoor zorgen dat de loop van de waterwegen wordt verlegd, dan zou die belangrijke positie wel eens onder druk kunnen komen te staan.


Hoe ging het verder?

Drie jaar later was het weer raak. In de nacht van 18 op 19 november 1424 was er weer een overstroming, de derde Sint Elisabethsvloed. De reparaties aan de dijken was grotendeels voor niets geweest. Daarna werden geen pogingen meer gedaan om de Grote Waard te herstellen. Dat was ook een van de oorzaken van het ontstaan van de Biesbosch.

Maar ook in de periode 1422-1424 braken de dijken meerdere keren door en stroomde er vooral rivierwater de waard in. Het gebied werd daardoor een getijdengebied: het Bergsche Veld.

Wat er nog van de dorpen over was werd gesloopt. Zo werden stenen uit kerken gehaald, om op andere plekken opnieuw als bouwmateriaal te gebruiken.

Door de overstromingen zag het gebied eruit als een lappendeken van eilanden die bij hoog wat onder water liepen. Handelaren wisten al snel een manier te vinden om Dordrecht te mijden, wat een hoop geld scheelde.

Tel daar nog eens de grote stadsbrand van 1457 bij op en de economische rol van Dordrecht was uitgespeeld. De stad werd voorbijgestreefd door steden als Amsterdam en later ook Rotterdam.

Toch bleef politiek gezien Dordrecht nog een tijd meespelen, omdat het de staties behield van ‘oudste stad van Holland’. Zodoende vond in 1572 de Eerste Vrije Statenvergadering in Dordrecht plaats.

Pas in de zeventiende eeuw begonnen de Dordtenaren weer met het inpolderen van het gebied om de stad. In 1603 ontstond ‘Het Oude land van Dubbeldam’. Daarna ging het hard en werd de ene na de andere polder aangelegd. Dorpen kwamen niet terug, wel buitenplaatsen als Crabbehof, Amstelwijck en Middenhoeve.

In de Dagvantoen-podcast werd eerder ook al aandacht besteedt aan de Elisabethsvloed. Conservator Marianne Eekhout van het Dordrechts Museum legt uit wie Sint Elisabeth eigenlijk was.

Slachtoffers

Over het aantal slachtoffers is door historici jarenlang gesteggeld. Er zijn aantallen tot 100.000 genoemd, maar zoveel mensen woonden er helemaal niet in het gebied (circa 8.000 tot 20.000). Bovendien zijn ook veel mensen ongedeerd gebleven.

Volgens de Tielse Kroniek (geschreven rond 1450) zijn er waarschijnlijk rond de 2.000 mensen overleden en dat getal wordt door veel historici aangenomen als een redelijke schatting.

Locaties en veranderingen

Als je de kaarten van toen en nu bekijkt, zijn er wel meer dingen veranderd. Zo lag het plaatsje Slydregt nog aan de zuidzijde van de Merwede, terwijl het nu aan de noordelijke kant ligt.

Er was wel een gehucht aan de noordzijde met de naam Over-Slydregt. Na de Sint Elisabethsvloed en de verwoesting van Slydregt, ging het plaatsje aan de overkant onder de naam Slydregt verder.

Het dorp Dubbeldam was er ook al voor de Sint Elisabethsvloed, maar dan op een andere plaats. Archeologen zijn niet helemaal zeker van de precieze locatie, maar waarschijnlijk heeft Dubbeldam ergens in de huidige wijk Krispijn gelegen. Tegenwoordig ligt de plek veel verder naar het oosten.

Een paar dorpen als Erkentrudenkerke en Wolkbrandskerke zijn weer teruggevonden.

Bronnen:

Archeologie Dordrecht – Sint Elisabethsvloed

Natuurinformatie – Sint Elisabethsvloed

Brabant Historisch Informatie Centrum – De Sint Elisabethsvloed

Is Geschiedenis – De Sint Elisabethsvloed van 1421

Tekst: Dave Datema

Gepubliceerd op: 01 oktober 2017

Verhaalnummer: 36

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *