BRIELLE – Een rebellengroep heeft in Brielle negentien Rooms-katholieke geestelijken gedood. Ook zijn de slachtoffers gemarteld en na hun dood verminkt. De mannen zijn opgehangen in een schuur, achter een verlaten klooster.

De meesten van hen werden gevangen genomen in Gorinchem, na de overgave van de stad aan de Watergeuzen. Het bevel van rebellenleider Willem van Oranje om de geestelijken vrij te laten, werd door geuzenleider Lumey genegeerd.

De slachtoffers, die nu al de bijnaam ‘martelaren van Gorinchem’ hebben gekregen, waren in de meeste gevallen werkzaam in één van de twee kloosters die Gorinchem kent. Ze werden gevangen genomen op 27 juni.

Twee dagen daarvoor hadden de Watergeuzen hun ankers uitgeworpen voor Gorinchem. Bevelvoeder Marinus Brandt eiste de stad op in naam van opstandelingenleider Willem van Oranje. De volgende dag werden de stadspoorten voor hen geopend.

Gezien het niet-tolerante imago van de Watergeuzen hadden de meeste Rooms-katholieke geestelijken en tal van burgers zich echter verschanst in de dwangburcht aan de rand van Gorinchem, de ‘Blauwe Toren’. Anderen waren op tijd de stad uitgevlucht.

Ondanks de belofte van vrije aftocht werd iedereen in de burcht gevangen genomen. Bijna alle burgers en de aanwezige nonnen werden tegen een losgeld vrijgelaten, maar de mannenlijke geestelijken waren niet zo gelukkig.

Niet goed behandeld

Nadat de geestelijken een paar dagen later nog steeds niet waren vrijgelaten, begon de Gorinchemse bevolking te morren. Geuzenleider Marinus Brant verzekerde de lokale bevolking dat de gevangenen goed werden behandeld. Maar dat bleek niet zo te zijn, volgens een lokale arts, die drie dagen later de gevangen mocht verzorgen. De gevangenen waren geschopt en geslagen.

De mishandeling van de geestelijken zorgde voor een grimmige sfeer in de stad.

De spanning tussen voor- en tegenstanders van de Watergeuzen nam toe, toen pastoor Lenaert Veghel korte tijd werd vrijgelaten. Hij moest geestelijke bijstand verlenen aan drie mannen die ter dood veroordeeld waren.

Ook werd Veghel gevraagd een gereformeerde preek te geven. Maar tijdens die preek riep hij om nooit het Rooms-katholieke geloof af te vallen, wat de protestanten in de stad als pure provocatie zagen.

Lenaert verliet daarna de stad, naar verluidt om zijn zieke moeder te bezoeken, maar werd door boze Gorcummers ingehaald en teruggebracht. Vervolgens ging hij terug de cel in.

Dit artikel gaat verder onder deze advertentie



Showproces

Om een verdere escalatie in de stad te voorkomen, zijn de gevangenen op bevel van Lumey per schip overgebracht naar Brielle, het tijdelijke het hoofdkwartier van de Watergeuzen in Holland. In april van dit jaar begon de verovering van zuidwest Holland in Brielle.

Bij een tussenstop in Dordrecht kon de menigte zich tegen betaling aan de gevangenen vergapen. Na aankomst in Brielle werden de geestelijken vernederd en geprovoceerd.

Wat dagen later volgde een openbare hoorzitting, waar vergeefse pogingen werden gedaan om de geestelijken van hun Roomse geloof af te brengen.

Claes Pieck, tot voor kort overste in het Franciscaner-klooster in Gorinchem, zou volgens getuigen hebben gezegd:

“Moet ik dan ter wille van dit armzalige leven mijn waar katholiek geloof verzaken om uw valse en ketterse leer aan te nemen? Dat is toch al te dwaas! De dood zal mij toch eens verrassen, dat kan nu zijn, of binnenkort, een lang leven ligt niet meer voor mij. En zelfs als ik nog lang te leven had, sterven moet ik toch.”

(uit: ‘De Martelaren van Gorcum. Voorbeelden van Trouw’, C.J. van Blijswijk)

Een van de aanklagers, de protestante predikant Andries Cornelissen, probeert het bij Lenaert Veghel, maar ook die poging is tevergeefs. Daarna weigeren alle geestelijken één voor één het katholieke geloof te verloochenen.

De standvastigheid van de geestelijken zorgt voor rumoer onder de aanwezigen, waarna de mannen terug naar hun cel gebracht werden.

Dit artikel gaat verder onder deze advertentie



Opgehangen

Om verdere onrust in de stad te voorkomen zou gisteravond besloten zijn om de mannen zo snel mogelijk ter dood te brengen. Vannacht zijn ze overgebracht naar Rugge, net buiten de stadspoorten van Brielle. Daar zijn de mannen opgehangen in een turfschuur, bij een verlaten klooster.

Een jonge leerling-geestelijke ontkwam aan de galg en werd vrijgelaten, omdat hij verklaarde pas zestien jaar oud te zijn. Anderen beweren dat hij heeft gelogen over zijn leeftijd.

Een Franciscaan uit Luik gaf toe aan zijn doodsangst, verloochende oog-in-oog met de strop zijn geloof en trad toe tot de Watergeuzen.

De andere geestelijken bleven standvastig in hun geloof, zeggen ooggetuigen. Een van hen, Govaert van Mervel, zou zelfs hebben gezegd ‘Heer, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’, in navolging van Jezus Christus aan het kruis.

Na de dood van de geestelijken zijn de lichamen verminkt.

De dood van de martelaren zorgt voor een schok in de omgeving. Katholieken in Holland zouden zich grote zorgen maken over hun veiligheid. Enkele invloedrijke Gorcummers zouden een poging willen doen om de slachtoffers een begrafenis te gunnen.

Wie is nu de leider van de opstand?

De geuzenleider Brant heeft vlak na het vertrek van de geestelijken naar Brielle vanuit Gorinchem nog een poging gedaan om via de leider van de opstand, Willem van Oranje, de groep vrij te krijgen.

Op 7 juli gaf Willem aan dat de mannen per direct vrijgelaten moesten worden. Brant stuurde een kopie van de brief naar geuzenleider Lumey. Die werd zo woest over het feit dat hij niet het origineel kreeg, dat hij besloot de orders van Oranje te negeren.

De actie van Lumey voedt de geruchten dat Willem van Oranje de Watergeuzen niet onder controle heeft. Ook zijn er mensen die beweren dat Lumey de werkelijke leider van de opstand in Holland is. De angst onder mensen in Holland (niet alleen onder katholieken) voor de Watergeuzen is groot, met name voor de intolerante houding van Lumey ten opzichte van katholieken.

Lumey werd vorige maand uitgeroepen tot luitenant in Holland, maar door zijn actie in Brielle lijkt een politieke confrontatie met Willem van Oranje onafwendbaar.


Hoe ging het verder?

De martelaren krijgen uiteindelijk de begrafenis waarom werd gevraagd. In 1593 wordt de turfschuur afgebroken en nog eens 20 jaar later worden de lichamen opgegraven. De overblijfselen verspreiden zich over heel de Zuidelijke Nederlanden als relikwieën. De mannen worden in 1675 zalig en in 1867 heilig verklaard.

In de wijk Rugge in Brielle staat een bedevaartskerk. Elk jaar rond 9 juli vindt er een nationale bevaart ter ere van de martelaren plaats.

Het ophangen van de geestelijken bleef voor Lumey niet zonder gevolgen. Bij de vergadering van de Staten van Holland in Dordrecht gaat Lumey diep door het stof en hij belooft dat hij zich voortaan zal houden aan de orders van Willem van Oranje.

Maar een paar maanden later wordt hij opgepakt voor de moord op een vooraanstaand geestelijke uit Delft.

In oktober komen de Staten van Holland met een rapport waarin staat dat de Watergeuzen een groter gevaar zijn voor de bewoners dan de Spanjaarden. Lumey is een waar probleemgeval voor Willem van Oranje en wordt meerdere keren gearresteerd, één keer op verdenking van het voorbereiden van een aanslag op Oranje. In 1576 wordt hij verbannen. Twee jaar later sterft hij.

Alsnog opgehangen

De Franciscaan die op het allerlaatste moment overstapte naar de Watergeuzen werd een paar maanden later alsnog opgehangen. Hij was veroordeeld voor het stelen van wijn.

Bronnen:

Wikipedia: Willem II van der Marck-Lumey

Mark Tettero: Lumey

Mark Tettero: Marinus Brandt

Wikipedia: Martelaren van Gorinchem

Blijswijk, C.J. van, De Martelaren van Gorcum. Voorbeelden van trouw, (Oegstgeest, 1993)

Tekst: Dave Datema

Met medewerking van Roel Slachmuylders, van het Historisch Museum Den Briel

Gepubliceerd op: 01-10-2017

Verhaalnummer: 13



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *