ROTTERDAM – De Rotterdamse hoofdinspecteur Bouwe Kalma heeft het voorgoed verbruid bij een groot deel van zijn eigen korps. De uitgesproken linkse Kalma waagde het gisteren om mee te lopen in een demonstratie van aanhangers van de terreurgroepering Rote Armee Fraktion (RAF) die zich onder meer keert tegen politie en gezag. Zijn optreden heeft zoveel kwaad bloed gezet, dat veel collega’s vinden: “Hij eruit of wij eruit.”

Het ging er fel aan toe tijdens de betoging voor het Duitse consulaat aan de Parklaan in Rotterdam. De demonstranten verklaarden zich solidair met de RAF en riepen: “Hun strijd, onze strijd, internationale solidariteit!” Ook scholden ze agenten uit voor fascisten en zwarthemden. Kalma stond erbij en keek ernaar.

Rotterdamse agenten reageren verbijsterd. Het leek wel of Kalma het eens was met de scheldpartijen. Ze weigeren om nog langer met Kalma samen te werken. “Wat hebben we nog aan die man?”, vragen ze zich af, zo vertellen bronnen.

Kalma’s positie staat al langere tijd onder druk. De Fries, die al sinds 1946 bij de Rotterdamse politie werkt, had zich al bij een deel van de politie onmogelijk gemaakt door in de jaren ’60 mee te lopen in demonstraties tegen de apartheid in Zuid-Afrika, het Franco-regime in Spanje en de oorlog in Vietnam. Dat kan niet, vindt een groeiende groep agenten.

Neger en homofiel

Afgelopen voorjaar bereikte de kritiek op Kalma ook al grote hoogte. Hij had toen op een verkiezingsbijeenkomst van de Pacifistisch Socialistische Partij hard uitgehaald naar de top van zijn korps. Hij uitte felle kritiek op een nieuw meldingsformulier waarmee de Rotterdamse politie experimenteert. Op het formulier staan woorden als ‘jood’, ‘neger’, ‘zigeuner’, ‘homofiel’, ‘lesbisch’ en ‘gluurder’. Zulke discriminerende woorden werken vooroordelen in de hand, vindt Kalma.

Collega’s van Kalma stuurden toen een telegram naar de burgemeester. Ze schreven daarin dat ze het optreden van Kalma walgelijk vonden en ze drongen aan op het vertrek van de hoofdinspecteur. Maar zover wilde Van der Louw niet gaan.

Hij liet alleen weten dat hij het optreden van Kalma betreurde. “Zo ga je niet met elkaar om. Kalma had met zijn bezwaren gewoon naar mij kunnen komen. Ik vind deze zaak een schoolvoorbeeld van een probleem dat in een normaal gesprek snel tot een oplossing had kunnen worden gebracht”, zo zei Van der Louw tegen de Telegraaf.

(Het artikel gaat verder onder deze advertentie)



Lastige positie

Daar bleef het bij. Van der Louw zit ook in een lastige positie. Als prominent lid van de Nieuw-Links-beweging binnen zijn eigen partij, de PvdA, is hij het in een veel dingen eens met Bouwe Kalma. Als er al wordt ingegrepen in de affaire, dan zal dat van hogerop moeten komen, verwachten stadhuis-watchers.

Geruchten gaan dat de zaak zal worden voorgelegd aan een procureur-generaal. Die moet bekijken of Kalma nog wel kan functioneren binnen het korps. Tijdens het onderzoek zullen onder meer burgemeester Van der Louw, de politietop en directe collega’s van Kalma worden gehoord. Eind dit jaar moet er een knoop worden doorgehakt over de toekomst van Bouwe Kalma.


Hoe ging het verder?

Mr. W.A. Baron van der Feltz drong een maand later aan op overplaatsing van Kalma naar een politiebaan buiten de recherche en de vreemdelingendienst. Daarop is er binnen de politie een baan voor hem gecreëerd, nl. het schrijven van rampenplanen. Kalma zag daar niets in. Hij beschouwde overplaatsing als een beroepsverbod, “bedoeld om de politie te ontdoen van linkse ideeën.”

Kort erna hebben enkele tientallen mensen gedemonstreerd tegen aanstaande ontslag van Kalma. Ze stonden met borden op het Stadhuisplein in Rotterdam (foto onder).

Van der Louw gaf Kalma uiteindelijk niet meer dan een schriftelijke berisping. Dat bracht weinig verandering in de zaak. De sfeer op het bureau bleef zo verziekt dat Kalma niet meer kon werken.

Op 7 januari 1978 koos Bouwe Kalma eieren voor zijn geld en diende zelf zijn ontslag in. Later zou hij zeggen dat hij het geboortekaartje in de bus had gekregen van het kind van een politieman die in Utrecht was gedood bij de arrestatie van een RAF-lid in september 1977. Dat gaf de doorslag.

Kalma kreeg in afwachting van de afwikkeling van zijn ontslag buitengewoon verlof. Reacties van collega’s kwamen er niet, zo vertelde hij tegen het Vrije Volk (11 januari 1978). Diezelfde maand liep hij weer mee in een betoging van de PSP in Amsterdam. Pikant was dat er werd gedemonstreerd tegen beroepsverboden voor mensen met staatsgevaarlijke opvattingen. Kalma voerde er het woord, net als een vrouw die was ontslagen bij de Amsterdamse recherche omdat ze vrienden was met een RAF-sympathisant.

De linkse oppositie in de Tweede Kamer nam het in april 1978 nog op voor Kalma en diende een vijftal moties in waarin het ontslag van Kalma en het optreden van de procureur-generaal werden betreurd. De moties werden allemaal verworpen.

Het ontslag van Kalma werd per 1 juni 1978 officieel. Een eerder aangetekend protest tegen de berisping en een eis van 60 duizend gulden smartengeld werd in juli 1978 door de rechter van tafel geveegd.

Kalma werd in 1979 lijsttrekker voor de PSP bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Maar de partij, die later opging in GroenLinks haalde geen enkele zetels. Kalma overleed op 25 juni 2011.

Het bovenstaande verhaal maakt deel uit van de serie rond de Maand van de Geschiedenis 2018. Het thema dit jaar is ‘Opstand’. Over hoe een politiechef meedoet aan de opstand en dat de ene opstand de andere veroorzaakt.

Bronnen:

Telegraaf – 07 mei 1977 – Rotterdamse politie heeft genoeg van chef Kalma

Telegraaf – 22 december 1977 – Positie Kalma weer in geding

Trouw – 23 december 1977 – Procureur vraagt vervanging Klama

Leeuwarder Courant – 27 december 1977 – Betoging voor Kalma in Rotterdam

Telegraaf – 6 januari 1978 – Van der Louw ontheft Kalma van z’n functie

Telegraaf – 7 januari 1978 – Politiechef Kalma dient ontslag in

Het Parool – 23 januari 1978 – Kalma weer op pad in betoging

Leeuwarder Courant – 19 april 1978 – Vijf Kalma-moties verworpen

Telegraaf – 11 juli 1978 – Kalma krijgt geen gelijk

RTV Rijnmond – Vergeten Verhalen, 2002

Auteur: Drs. A.P.B. van Meeteren

Gepubliceerd op: 01-10-2018

Verhaalnummer: 216

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *