Rampen zijn van alle tijden. Overstromingen, explosies, ongelukken. Alleen sommige rampen blijven langer hangen dan anderen, zoals de Watersnoodramp, de Sint Elisabethsvloed en de Bijlmerramp. In de Maand van de Geschiedenis blikt Dag van Toen terug op rampen in Zuid-Holland die niet meer heel uitgebreid op het netvlies van mensen staan.

De keuze voor de Top10 van Vergeten Rampen is uiteraard compleet arbitrair, omdat menselijk leed uiteraard (en gelukkig) niet met elkaar te vergelijken is. Het is slechts een poging om deze rampen ook eens voor het voetlicht te krijgen.

10. De watersnood van 1809

Grote delen van Midden-Nederland overstromen in januari 1809. Dat is niet heel ongebruikelijk, maar de reden waarom wel. Door een zeer strenge winter bevriest het water in de Biesbosch. Daar ontstaan complete ijswallen, doordat rivierwater óver het ijs probeert een heenweg te zoeken en direct ook bevriest.

Daardoor ontstaat een soort dam in de rivier ter hoogte van Dordrecht. Achter die dammen stijgt het water in de rivier razendsnel. Op 13 januari 1809 vindt de eerste dijkdoorbraak plaats. In dorpen in het rivierengebied komen honderden mensen om het leven.

Net als bij de Leidse Buskruitramp bezoekt Lodewijk Napoleon het rampgebied. Hij zorgde ervoor dat de stroom aan hulpgoederen op gang kwam en schonk een bedrag van bijna een miljoen gulden, een enorm bedrag voor in die tijd.



9. Instorten Pieterskerk (1512)

De enige ramp zonder directe slachtoffers. Want zelfs de pastoor van de kerk overleefde deze ramp. Toch zijn de gevolgen van de ramp nog altijd zichtbaar, omdat het opmerkelijk is dat een stad als Leiden niet eens een kerktoren in de skyline heeft zitten.

Op 5 maart 1512 stort plotseling de kerktoren van de Pieterskerk, in het centrum van Leiden. De toren was ongeveer 100 meter hoog.

“De instorting komt niet geheel als een verrassing. Tijdens de mis vorige week zondag kwamen al grote stukken steen tijdens de dienst naar beneden zetten. Desalniettemin ging de dienst gewoon door”

(fragment ‘Toren Pieterskerk in Leiden ingestort’, Dagvantoen)

De kerk wordt na de ramp grondig verbouwd, maar een kerktoren komt niet meer terug. De reden daarvoor lag vooral op financieel vlak.



8. Marineschip De Adder verdwijnt voor kust van Scheveningen (1882)

Het is nog altijd de grootste scheepsramp in vredestijd die de Nederlandse marine ooit heeft getroffen. Op 5 juli 1882 verdwijnt op klaarlichte dag  de rammonitor Zr. Ms. Adder, niet ver van Scheveningen. De 65 bemanningsleden komen om het leven.

Het schip was onderweg van IJmuiden naar Hellevoetsluis. Ter hoogte van Scheveningen raakte het schip in de problemen, maar het is vrij onduidelijk wat er aan de hand was. Er waren geen noodsignalen verstuurd. Een visserschip, dat gaat kijken, zag niemand op het dek en zag ook geen noodsein, ook al sloegen de golven inmiddels over het schip heen.

Dagenlang is er dan onduidelijkheid over De Adder. In de dagen erna wordt wel een reddingsboei opgevist en ook spoelen er twee lichamen aan. In de dagen daarna worden nog meer lichamen uit het water gehaald (tot aan Vlieland en Terschelling aan toe).

Wat er precies is gebeurd blijft onduidelijk. Een ontploffing aan boord wordt uitgesloten, omdat alle slachtoffers een reddingsvest om hadden (bij een explosie hadden ze niet de tijd gehad om dat aan te trekken). Toch moet de oorzaak vrij plotseling gekomen zijn, omdat de commandant van het schip niet de tijd had gehad om het schip richting de kust te laten varen.

De laatste jaren wordt de ramp met Zr. Ms. Adder herdacht in Scheveningen.

Een terugblik van de Koninklijke Vereniging Marine-officieren vind je hier



7. Brand in pension in Den Haag (1992)

De meest recente ‘vergeten ramp’ op deze lijst is de brand in pension De Vogel in Den Haag. Bij de brand komen elf mensen om het leven.

Pension De Vogel aan de Scheepmakerstraat is een opvang voor mensen die op allerlei andere plekken buiten de boot vallen: ex-psychiatrische patiënten, zwervers en prostituées. Het pension wordt gerund door ‘Ma Vogel’.

Dat in zo’n pension de spanningen nog wel eens hoog oplopen, blijkt op 16 september 1992. Een van de gasten, Marlene T., dreigt na een ruzie het hele pand in brand te steken. Ze koopt een jerrycan met benzine en zet haar kamer op de tweede verdieping in brand.

In het inferno dat ontstaat springen meerdere mensen uit de bovengelegen verdiepingen.

“De brandweer en politie, die met twee ladders bezig waren, riepen: blijf staan, blijf staan… Maar zeker zes, zeven mensen sprongen toch, sommigen half in brand. Drie vielen er dood voor mijn voeten. Je denkt: ik moet wat doen, maar je staat machteloos. Dit is het ergste wat ik ooit gezien heb.”

(ooggetuige, Trouw, 17-09-1992)

De vrouw die heeft bekend dat ze de brand heeft aangestoken wordt volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard. Ze kreeg tbs opgelegd.

6. Vijf brandweerlieden komen om bij oliebrand in Vlaardingen (1951)

Het is nog altijd het grootste aantal brandweerlieden dat ooit bij een brand is omgekomen. Bij een brand in Vlaardingen in de Koningin Wilhelminahaven rijdt een volgeladen brandweerwagen het brandende water in. Vijf mensen komen om.

Op 9 februari 1951 breekt er brand uit in de Koningin Wilhelminahaven. Het water is vervuild met olie, dat in brand vliegt. Een van de brandweerwagens die onderweg is naar de brand arriveert bij de havenkade, maar komt in de dikke rook terecht. De bestuurder ziet niets meer en rijdt met zijn wagen zo het water in.

“Men hoorde een doffe klap, toen de auto de glooiing afreed en half in het water, half op een daar drijvende ponton terechtkwam. Er was het afgrijselijke gegil van de inzittenden, die geprobeerd moeten hebben zich uit de auto en het vuur te bevrijden en die daarbij in de brandende olie op het wateroppervlak vielen.”

(Vrije Volk, 10 februari 1951)

Alleen de bevelvoerder overleeft het ongeluk. Hij wordt met zware brandwonden overgebracht naar het ziekenhuis.

Lees hier het vervolg op de Top10 van Vergeten Rampen van Zuid-Holland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *