SLIEDRECHT – Met meer dan 2000 leden van de Waffen-SS, Duitse militairen en leden van Ordnungspolizei kammen sinds de vroege ochtend de dorpen Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld en Werkendam uit op zoek naar jonge mannen. Ook in natuurgebied De Biesbosch wordt gezocht. Honderden jonge mannen zijn opgepakt.

De actie is een vergelding voor een liquidatie bijna een week geleden in de Biesbosch. Een knokploeg van het verzet schoot toen twee landwachters dood. En dat was weer een vergelding voor een moord op een bakkersknecht, gepleegd door de zoon van een van de landwachters.

De militairen arriveren al voor zonsopgang in Hardinxveld en Sliedrecht. De Hardinxveldse melkhandelaar Hoogendoorn vertelt dat ze zich onder meer verzamelden onder het viaduct van de rijksweg Rotterdam-Gorinchem. Vervolgens zetten de soldaten posten uit, met steeds niet meer dan enkele tientallen meter afstand ertussen.

Uiteindelijk wordt zo de hele oever van de Merwede tussen Sliedrecht en Boven-Hardinxveld afgezet. Datzelfde gebeurt bij Werkendam en Sleeuwijk aan de overkant van de rivier. Vervolgens gaan de soldaten van huis tot huis. Rond half acht staan ze voor de achterdeur van de familie Hoogendoorn. Hun 19-jarige zoon Jan wil net gaan ontbijten en is nog in de voorkamer. Een officier van de Waffen-SS vraagt om wat te drinken en krijgt Santé, een soort nep-thee.

Jan: “Ik kwam de woonkeuken binnen en keek recht in het gezicht van die Duitser met de doodskoppen op zijn uniform. Ik heb niets gezegd, maar heb mijn bord gepakt en ik ben weer naar de voorkamer teruggegaan, waarbij ik de tussendeur sloot. Mijn tante kwam even later ook naar de voorkamer en zij zei dat ik hem niet zo kwaad moest aankijken, je weet nooit wat hij dan doet.”

Dit artikel gaat verder onder deze advertentie



Voor Jan loopt het goed af, juist met dank aan die Duitse officier. Korte tijd later stopt een overvalwagen voor het huis. Enkele gewapende soldaten maken aanstalten om het huis te doorzoeken, maar de Waffen-SS-er vertelt hen dat alles in orde is. Jan: “Kort daarna vertrok ook de officier. Hij bedankte mijn moeder voor de thee en zei tot slot: ‘Das ist kein Krieg, Knaben fangen.’”

Honderden anderen hebben minder geluk. De soldaten verzamelen hen op drie plekken: bij de Grote Kerk van Sliedrecht, op het plein van de School met de Bijbel aan de Rivierdijk in Hardinxveld en bij smid Jaap de Kreek aan de Bandijk in de Biesbosch. Daar staan ze uren te wachten tot ze aan het eind van de middag in overvalwagens op transport gaan naar Kamp Amersfoort. De paniek in de dorpen is groot.

Het zijn niet de eerste gijzelaars die de Duitsers deze maand oppakken in Hardinxveld en Sliedrecht. Er zijn dan al zo’n 20 mannen gearresteerd. Geen jongeren, maar bekende inwoners van de dorpen, zoals directeur Caljé van scheepswerf ‘De Holland’, schoolhoofd Köhler, slager Bouman, veehandelaar Donk, rijwielhandelaar Rikkers en belastinginner Bergakker. Voor zover bekend worden zij vastgehouden in het politiebureau aan het Haagsche Veer in Rotterdam.

Helsluis

Aanleiding voor de grootscheepse razzia’s is de moord op enkele gewapende NSB-ers of landwachters uit Sliedrecht die jagen op onderduikers. Dat gebeurde voor de griend naast de ingang van de Helsluis in de Biesbosch, zes dagen geleden. Negen landwachters, onder wie meester Okkerse en Jo Westdijk waren door een knokploeg van het verzet in een hinderlaag gelokt met valse informatie over onderduikers die die nacht naar het al bevrijde Brabant zouden worden overgevaren. Er volgden schoten over en weer. Okkerse en Westdijk kwamen om, vier landwachters raakten gewond, van wie er een ernstig aan toe was.

De zes leden van de knokploeg wisten te ontkomen, hoewel twee van hen gewond waren geraakt. Ze hadden zich verzekerd van de hulp van de sluiswachter en een boer in de omgeving, akkerbouwer Kadijk. Drie verzetsmensen schuilden bij Kadijk, onder wie een van de gewonden, de andere drie vluchtten naar Dordrecht.

Zoon Rent Kadijk, 13 jaar oud, vertelt: “Het nieuws van de aanslag ging als een lopend vuurtje. Je merkte dat iedereen gespannen en alert was. Op school meende ik ook enige nervositeit bij onze onderwijzer te bemerken. Het is volkomen onduidelijk wie precies verantwoordelijk was voor de aanslag en dus ook niet wie de dodelijke schoten hebben gelost. En dus zou er wel een ‘passend antwoord’ volgen.”

Dat antwoord kwam er inderdaad, zoals wij nu weten. Dat de Duitse reactie niet mals zou zijn, werd al duidelijk tijdens de begrafenis van de twee landwachters afgelopen zaterdag. Inspecteur-generaal van de Nederlandsche Landwacht Cornelis van Geelkerken zei toen: ‘Wij zullen geen burgeroorlog ontketenen, maar daar waar wij weten met terroristen en saboteurs te doen te hebben zullen wij hard zijn als staal. Niemand van die kant behoeft op enige clementie onzerzijds te rekenen. De teerling is geworpen.”

Dit artikel gaat verder onder deze advertentie



Joop Westdijk

De liquidatie in de Biesbosch is weer een directe reactie op de dood van een bakkersknecht in Giessendam, ruim een maand geleden. De 57-jarige Wouter Smit had op de avond van 14 april jl. een ledenvergadering van het Groene Kruis bijgewoond en wilde net voor het ingaan van de spertijd thuis zijn. Hij en nog twee bezoekers van de avond passeerden vlakbij het treinstation Jo Westdijk en zijn 16-jarige zoon Joop, die net als zijn vader bij de landwacht zit.

Joop, die zich volgens veel inwoners tegenover zijn vader wilde bewijzen, vroeg de mannen naar hun persoonsbewijs. Smit reageerde niet snel genoeg, waarop Joop de trekker van zijn jachtgeweer overhaalde. De bakkersknecht kreeg een schot hagel in zijn rug. Hij bracht nog uit: “Ik heb het niet gehoord”, waarna hij zwaar gewond in elkaar zakte. Zijn metgezellen droegen hem naar het koffiehuis van W.A. van den Heuvel en legden hem daar op het biljart. Nog voor de dokter arriveerde, overleed Smit.

Vijf dagen later volgde de uitvaart op de begraafplaats aan de Achterdijk in Hardinxveld, onder leiding van twee dominees, ds. Johannes van der Poel uit Giessendam en ds. Pieter Jan Dorsman uit Schelluinen. Het hele dorp was verbijsterd en liep ervoor uit als blijk van meeleven én protest tegen de actie van de landwachter.

Rent Kadijk vertelt dat het verzet al snel erna is begonnen met het plannen van een wraakactie. Ze wilden Westdijk een lesje leren. Het verzet was sowieso kwaad op de landwachters die met een speciale boot in de Biesbosch op mensen joegen die zich in het gebied verborgen. Ook heerst er in Sliedrecht veel verontwaardiging over de familie Westdijk die zich het grote dijkhuis van de gedeporteerde joodse textielhandelaar en gemeenteraadslid S.H. den Hartog had toegeëigend.

En zo kwam het tot het plan voor de liquidatie door middel van een valse tip over onderduikers. Bijna was de actie mislukt, vertelt Rent Kadijk. “Toen de boot van de landwachters er om 01.00 uur nog niet was, besloten de mannen in de kano’s te vertrekken, teleurgesteld dat het verwachte treffen uitbleef. En toen kwam het er alsnog van.”

Het gevolg is dus nu dat honderden mannen in de leeftijd van 18 tot 25 jaar zijn opgepakt en afgevoerd. Talloze families verkeren in angst en ontzetting. Wat gaat er met hun mannen, zoons en broers gebeuren? De woorden van Van Geelkerken stellen weinig gerust.


Hoe het verder ging

De eenentwintig mensen die als eerste werden opgepakt na de liquidatie van de landwachters werden op 13 juni van het politiebureau in Rotterdam vervoerd naar Kamp Vught. Kort na Dolle Dinsdag zijn ze overgeplaatst naar Kamp Amersfoort en daar binnen enkele dagen vrijgelaten. Zij werden aanvankelijk Merwedegijzelaars genoemd. Maar na de arrestatie van de honderden jonge mannen, veranderde dat en kreeg die grote groep de naam. Hoeveel mannen er precies zijn opgepakt is niet helemaal duidelijk. Sommige bronnen spreken van 900 mannen, anderen houden het op zo’n 600.

De jonge mannen die op 16 mei 1944 waren opgepakt en naar Kamp Amersfoort werden gebracht hadden in het kamp als gijzelaars een relatief bevoorrechte positie. Ze mochten hun kleren houden, werden niet kaalgeschoren. Maar strafexercities bleven hen niet bespaard. Bas van der Starre vertelt:

“Op commando moest er in een cirkel worden gerend en wel zo dat de rijen mooi gelijk bleven vanuit het gezichtspunt van de Duitsers in het midden. Dat betekende dat de binnenste mannen gewoon in looppas liepen, terwijl de buitenste extra snel moesten lopen. Dat was voor de buitenste personen slechts kort vol te houden zodat deze personen na enige tijd van vermoeidheid op de grond neer vielen. Uitvallers werden door gereedstaande knuppelaars omhoog geknuppeld en met water overgoten.”

Bas van der Starre

Een andere Merwedegijzelaar, Marius den Breejen, zegt:

“Kampbeul Joseph Kotälla, één van de beruchte drie van Breda, was voetballer in het Poolse elftal geweest. Hij trapte je ondersteboven. Dan stond je in rijen en dan kwam Kotälla langs en die trapte iedereen tegen z’n ballen aan.”

Marius den Breejen

De gijzelaars werden in tochtige keten aan het werk gezet. Ze moesten van stro matten vlechten. Vanaf een zeker moment was er drie maal per dag appel. Het eten was matig. De Breejen: “Eén snee brood ’s morgens en ’s middags een keer een schep ‘prak’ of soep. Maar ja, je vrat alles op.”

Tussen 16 mei en 6 juli 1944 werd in totaal meer dan de helft van de Merwedegijzelaars vrijgelaten. Dat gebeurde vaak op verzoek van hun werkgever. Het ging om werknemers van bedrijven die voor de Duitsers belangrijk waren, zoals scheepswerven en metaalbedrijven.

Op 7 juli werden de resterende Merwedegijzelaars op transport gesteld naar werkkampen in Duitsland. De omstandigheden in de kampen waren hard. Vijfentwintig van de jonge mannen die op 14 mei werden opgepakt, overleefden het niet. Een zesentwintigste overleed kort na de oorlog.

In 1985 werd een plaquette geplaatst bij de plekken waar vandaan de Merwedegijzelaars zijn afgevoerd naar Kamp Amersfoort, namelijk de Grote Kerk in Sliedrecht en de School met de Bijbel in Hardinxveld.

In 2018 zijn de Merwedegijzelaars herdacht in Kamp Amersfoort. Ook verscheen een kinderboek, getiteld ‘Helsluis. Een verhaal over de Merwederazzia’ van schrijfster Judith Brinkman uit Gorinchem.

Op 4 mei 2019 zond de NOS een documentaire uit over het verhaal van de Merwedegijzelaars. Daarin zegt Marius den Breejen: “Mijn familie vroeg na mijn thuiskomst niet: hoe heb je het gehad. Nou was ik de enigste niet hoor. Ze waren zo vertrouwd het met idee dat je de pijp uit ging.”

Reden voor Anja van der Starre, dochter van Bas van der Starre, om verhalen te verzamelen en alle slachtoffers van de razzia wél erkenning te geven. Haar conclusie: “Dat het veel erger was dan ik ooit heb kunnen vermoeden, hoe ernstig ze vernederd zijn, mishandeld, tewerk gesteld onder erbarmelijke omstandigheden, zonder eten. Maar vooral de manier waarop ze na de oorlog behandeld zijn, miskend, niet meer naar omgekeken. Veel mensen waren invalide of hadden geestelijke problemen. Dat valt nu allemaal wel op zijn plaats. Dat is heel pijnlijk.”

In mei 2019 besloot de Sliedrechtse gemeenteraad unaniem dat er een gedenkteken moet komen voor de mannen die in 1944 zijn weggevoerd. Dat gedenkteken moet er nog voor mei 2020 zijn.

Bronnen:

J.A. Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd 1940-1945 (1994)

www.merwedegijzelaars.nl

Documentaire over de Merwedegijzelaars