DEN HAAG – Bij een brand in het hoofdbureau van de politie in Den Haag zijn vier mensen om het leven gekomen. Het gaat om twee arrestanten en twee brandweermannen.

De brand werd iets voor 6 uur ’s avonds ontdekt in een cel op de derde verdieping. In cel 5 zat een 17-jarige jongen uit Den Haag vast op verdenking van inbraak. Hij heeft bekend dat hij het vuur heeft aangestoken.  

Twee bewakers reageerden op het geschreeuw van de zeventien gevangenen die vastzaten in het arrestantencomplex. Een poging om het vuur zelf te blussen mislukte door de grote rookontwikkeling. Ook hadden ze hun handen vol aan het weghalen van de 17-jarige jongen uit zijn cel, die inmiddels buiten bewustzijn was geraakt.

Vijftien mensen bevrijd

De Haagse brandweer was binnen een minuut aanwezig in het arrestantencomplex met blus- en persluchtapparatuur. Vijftien andere gevangenen konden worden bevrijd.

“Ze zaten daar echt als ratten in de val”

(brandweer Den Haag, Algemeen Dagblad, 28-12-1987)

Twee brandweerlieden kwamen om het leven bij de reddingspoging. Het gaat een 38-jarige hoofdbrandwacht en een 28-jarige brandwacht. Zij hadden persluchtapparatuur bij zich die maximaal twintig minuten zuurstof in zich had. De apparatuur geeft tijdens de laatste minuten een signaal.

“Het kan zijn dat de brandweerlieden het signaal hebben gehoord, maar toch eerst de schreeuwende mensen in de cellen hebben willen helpen”, zegt een woordvoerder van de Haagse brandweer tegen het AD. Mogelijk zijn de twee mannen in het met rook gevulde verblijf ook nog eens de weg kwijt geraakt.

Ook twee arrestanten hebben de brand niet overleefd. Het gaat om mannen van 21 uit Den Haag en een man van 24 uit Joegoslavië. Beiden zaten vast op verdnking van inbraak en diefstal.

Aangeslagen

De dood van de twee brandweermannen is keihard aangekomen bij het Haagse brandweerkorps. De twee mannen behoorden tot de eerste brandweermensen die het pand binnengingen. Die ploeg heeft ervoor gezorgd dat het vuur zich niet verder verspreidde.

“Ze zijn tot het uiterste gegaan bij hun poging de mensen te redden. Toen hun zuurstof opraakte zijn ze op weg naar de uitgang in de dichte rook misleid een verkeerde gang ingeslagen. Die liep dood in het dagverblijf.”

(brandweerwoordvoerder Lek in Trouw, 28-12-1987)

De twee brandweermannen waren beide getrouwd en hadden kinderen. De uitvaart van de twee is komende woensdag.

Oorzaak

De brand is ontstaan doordat de 17-jarige jongen uit Den Haag het vuur heeft aangestoken met wat lucifers. Hij zegt dat hij heeft gehandeld in een vlaag van depressie.

De Haagse hoofdcommissaris J. Brand zegt in de Volkskrant dat de grote rookontwikkeling die met de brand gepaard ging, is veroorzaakt doordat in de cellen kunststof materiaal is verwerkt.

Bij de bouw van het complex is besloten om kunststof in de cellen te verwerken om het een ‘humaner’ uiterlijk te geven, in plaats van de betonnen muren die er anders te zien zouden zijn.

Het is volgens Trouw niet de eerste keer dat er brand is uitgebroken in het complex. Vorig jaar was het twee keer raak, toen matrassen in brand werden gestoken. Die branden bleven zonder gevolgen.

Dit artikel gaat verder onder deze advertentie



Vrijgelaten

Na overleg met justitie is besloten om de ongedeerde arrestanten vrij te laten. Twee arrestanten zullen blijven zitten. De 17-jarige Haagse arrestant, die vast zat in de cel waar de brand is begonnen, is een van hen.

Volgens een woordvoerder van de politie voldeed het cellencomplex aan alle brandweereisen. Ook mogen de arrestanten geen vuur in hun cel hebben. Hoe de arrestant dan het vuur heeft aangekregen is compleet onduidelijk. “De mensen worden voor opsluiting grondig gefouilleerd”, liet politiewoordvoerder Anita van Gils weten aan De Telegraaf.

In de Telegraaf vertellen twee arrestanten die wel op tijd bevrijd zijn, dat het met die veilige situatie wel meeviel. “Er is nauwelijks controle”, zeggen Ben (29) en Richard (22) in de Telegraaf. “Iedereen had lucifers in zijn cel. In de week dat wij in het Haagse hoofdbureau zaten, hebben we wel een prakje sigaretten kunnen oproken. Aanstekers en lucifers kun je gemakkelijk door bezoekers naar binnen laten smokkelen.”

De twee werden een week eerder opgepakt voor inbraak, samen met een van de mannen die de brand niet heeft overleefd.

“Het was afgrijselijk. Terwijl de rook steeds dichter werd, konden wij niets doen achter een hermetisch gesloten, centimeter dikke kluisdeur”

Richard (22), een van de gevangenen in De Telegraaf, 28-12-1987

De ander zegt dat hij op de grond was gaan liggen met een natte handdoek op zijn mond. “Het werd pikdonker in mijn cel. Ik bid nooit, maar op dat moment heb ik God om hulp gevraagd. Ik zag mijn vrouw en twee kinderen voor me. Dit is het einde, daar ga je, Ben, dacht ik”


Hoe ging het verder?

Dertig jaar na de brand in het Haagse cellencomplex maakt de brandweer Haaglanden een documentaire over de brand. Zwarte Kerst heeft de docu, met nabestaanden en brandweerlieden die vertellen over de vreselijke brand.

De uitvaart van de twee brandweermannen is een kleine week later. De publieke belangstelling, vooral vanuit de brandweerwereld, is groot.

Aanvankelijk toont de 17-jarige L.B. uit Den Haag nog berouw voor actie. In De Telegraaf zegt zijn advocate Gosschalk nog dat hij het had over een onbezonnen daad. Ook kon hij niet geleoven dat het allemaal was gebeurd.

Maar nog geen week later weet de jongen te ontsnappen uit de ‘Rijksinrichting voor Jongeren’ aan de Kralingse Plaslaan in Rotterdam. Hij was over een vier meter hoge muur gesprongen tijdens het luchten. “Onder de verbaasde blikken van bewaarders nam hij plotseling een aanloop en sprong als een kat tegen een vier meter hoge muur. Hij wist zich vast te grijpen aan de uit ijzeren pennen bestaande beveiliging boven op de muur” (AD, 18-01-1988)

Voordat de bewaker alarm konden slaan, was de 17-jarige al vertrokken. Een zoekactie leverde niets op.

De politie pakt de jongen een week later weer op. Meerdere panden in Den Haag werden in de gaten gehouden. Agenten zagen hem daar op 21 januari naar binnen gaan en hielden hem aan.

Volgens psychiaters is de jongen verminderd toerekeningsvatbaar. Hij was ‘gebrekkig opgevoed’, wordt gezegd tijdens de zitting, in mei 1988.

De advocaat van de jongen pleit voor vrijspraak van ‘brandstichting met de dood tot gevolg’. Zij wees op fouten van de politie en de brandweer op die dag. Als die fouten niet gemaakt zouden zijn, was er ook niemand overleden. Justitie eiste een behandeling van de jongen tot zijn 21e jaar.

De meervoudige kinderrechter rekent de dood van de brandweerlieden niet aan de Haagse jongen aan, maar gaat wel mee in de eis van een behandeling. In hoger beroep blijft de straf ook staan.

In het onderzoek van de rijksrecherche naar de brand kregen vooral de betrokken agenten er flink van langs. De 17-jarige was niet gefouilleerd en bleek uiteindelijk een aansteker bij zich te hebben. De agenten worden op hun gedrag aangesproken, maar ze worden niet vervolgd.

Bronnen:

Algemeen Dagblad – 28-12-1987 – Paniek onder arrestanten bij brand

De Telegraaf – 28-12-1987 – ‘Vuur was heel normaal in onze cellen’

De Volkskrant – 28-12-1987 – Vier mensen omgekomen bij brand in Haags politiebureau

Trouw – 28-12-1987 – Veel vragen na brand in politiebureau

De Telegraaf – 08-01-1988 – Brandstichter Haagse cellen toont berouw

Algemeen Dagblad – 18-01-1988 – Brandstichter ontsnapt uit cel

Algemeen Dagblad – 22-01-1988 – Jongen die brand stichtte in politiecel weer gepakt

Algemeen Dagblad – 04-05-1988 – Politie krijgt zwartepiet

NRC Handelsblad – 20-05-1988 – Rechtbank verwijt brandstichter dood arrestanten

Auteur: Dave Datema

Gepubliceerd op: 24-12-2021

Verhaalnummer:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *